Ileen
Montijn

 

Bijziende portretten

24 maart 2023

Jan Veth, Portret van Geertje Bosman-de Groot (1905), detail. Particuliere collectie C. Bosman, Haren

Jan Veth, Portret van Geertje Bosman-de Groot (1905), detail. Particuliere collectie C. Bosman, Haren

Jan Veth was steengoed in portretten. Bij hem geen losse toets, geen gelukkig getroffen lijntje, maar uiterste zorgvuldigheid en een soort geestig gevoel voor wat zijn onderwerp typeert. Dit is zijn portret, te zien op de tentoonstelling in Dordrecht, van Geertje Bosman-de Groot. Het schilderij is uit 1905, zij is zeker zeventig. Ze was, zo ontdek ik in de Canon van Alkmaar, een arbeidersdochter uit De Rijp, getrouwd met een Alkmaarse industrieel en scheepvaartondernemer, met wie zij 12 kinderen kreeg.
Zoals zij, duidelijk bijziend, naar haar handwerkje zit te turen (wat zou ze precies doen? ik zie geen naald) vind ik prachtig; en natuurlijk ook haar zilvergrijze haar – Veth was een meester in grijze haren.
Verderop op de tentoonstelling hangt een portret van de geleerde Hendrik Kern, Indoloog en Leids hoogleraar – die óók zo bijziend zit te turen, niet naar een handwerkje maar naar een groot dik boek dat voor hem op tafel ligt. Allebei, Hendrik en Geertje, kijken de beschouwer niet aan, maar zijn verdiept in hun werk, wat ze eigenlijk nog dichterbij brengt. Ze zien er uit alsof ze even hun bril hebben afgezet. Het brilletje van Veth zelf is trouwens ook op de tentoonstelling te zien, een ontroerend ijl gevalletje; vergeet niet dat even op te zoeken.