Wie in oude kranten zoekt naar kleren, vindt vaak tragische berichtjes, waarin het ofwel gaat om ongeïdentificeerde doden, of om vermiste personen.
Zo ook bij de eerste ‘moderne’ gulp die ik vind in de krantenbank Delpher. Een berichtje in de Vlaardinger Courant van 16 augustus 1873 meldt dat er een lijk, reeds in verregaande staat van ontbinding, is opgevist in de Vlaardingse havenmond. Uitgebreid wordt de drenkeling beschreven; zo had hij een dikke neus en twee wratten op zijn rechter hand. En ook wat hij droeg: een blauwe boezeroen met porseleinen knoopjes, twee zilveren ringetjes in zijn oren, een nieuw blauw wollen hemd en een zwarte pilo broek – met gulp. Voorts lage gepende schoenen en een leren riem met gesp.
Een zeeman lijkt het me, maar geen arme sloeber, met die porseleinen knoopjes en dat nieuwe hemd. Plassend in de haven in het water getuimeld, zoals dat nog steeds voorkomt?
In zijn broekzak had hij een mes en een vrolijke zakdoek, rood met witte sterren. Die had de politie mee naar het bureau genomen, samen met de riem en de schoenen, als herkenningsmiddelen. Zou iemand naar hem zijn komen vragen? Misschien was hij wel van verre aan komen drijven, en is hij begraven in een naamloos graf.
Maar nu is hij toch even aan de vergetelheid ontrukt, dank zij dat toen zo moderne woord ‘gulp’. Wat zouden trouwens gepende schoenen zijn?