Ileen
Montijn

 

Lopend breien

20 maart 2023

Wally Moes, Meisjes van de breischool te Laren (1890). Particuliere collectie.

Wally Moes, Meisjes van de breischool te Laren (1890). Particuliere collectie.

Je moest gewoon altijd breien, altijd als je niets anders om handen had. Als je niet at, sliep of werkte, breide je. Vooral kousen, want die sleten verschrikkelijk in de klompen die iedereen droeg. Ik heb ooit een mevrouw gesproken, Heintje Verwey, die dienstmeid was geweest bij een boer in Loenen in de jaren ’10 van de vorige eeuw. ’s Morgens om vier uur moest ze mee melken; de koeien stonden op een landje waar je alleen met de schuit kon komen, en terwijl je in de schuit zat – vijf, tien minuten? Een kwartier? – moest je breien. Ledigheid was duivels oorkussen.
            Daar moest ik aan denken toen ik deze aquarel zag, gisteren op de Jan Veth-tentoonstelling in Dordrecht (waarover later meer). De aquarel van drie lopend breiende boerenmeisjes is van Wally Moes (1856-1918), schilderes en schrijfster te Laren. Zij was een multi-talent, vriendin van Thérèse Schwartze, maar een volkomen ander type. Moes’ herinneringen, Heilig ongeduld, verschenen pas in 1961 en zijn moeilijk te vinden, maar het zoeken loont want zij schrijft intelligent, gevoelig en grappig over die verre wereld waar ook Jan Veth bij hoorde.