Ileen
Montijn

 

Sokken, een wereldartikel

16 december 2020

Sinds kort lopen heel wat mannen – vooral modebewuste, chique types – als het even kan zonder sokken in hun dure leren schoenen. Soms smokkelen ze, dan piepen er van die tuttige footsies tevoorschijn.

Mannen zonder sokken! Dat is uniek, want sokken en kousen hoorden de hele geschiedenis lang bij de belangrijkste kledingstukken. Ze sleten als een gek, en daarom was iedereen ze onafgebroken aan het stoppen, en nieuwe aan het breien. Je kon ze ook kant-en-klaar kopen, dat was al in 1600 zo – in de havenstad Harlingen waren in de 17de eeuw zeker zes kousenwinkels. De kousen die je er kocht waren door beroepsbreiers gemaakt, maar de goedkoopste waren import, die kwamen uit IJsland, en van de Faröer-eilanden, waar de hele bevolking leefde van het kousenbreien. Vrachtschepen ploeterden over de zeeën met vaten vol kousen; eerst moesten ze nog langs Kopenhagen omdat de koning van Denemarken het monopolie had. Enfin, een wereldartikel, sokken en kousen, en van levensbelang voor wie de elementen moest trotseren. (Over dit alles schreef Gieneke Arnolli in het Jaarboek Kostuum 2020, dat vol lezenswaardige verhalen staat en hier te bestellen is.)

En wie ’s nachts koude voeten heeft, draagt natuurlijk bedsokken. Het paar op bijgaande foto is ooit door een vriendin gebreid voor mijn bejaarde moeder, en nu heb ik ze wel eens aan. Wol, liefde en herinnering, daar zijn ze van gemaakt.