Iedere avond bekijk ik op dvd een aflevering van Heimat, de tv-serie waarin de Duitse geschiedenis van de 20ste eeuw wordt weerspiegeld in de levens van de bewoners van een dorpje in de Hunsrück (een streek in het westen van Duitsland, vlakbij Luxemburg). De eerste Heimat-reeks werd in 1984 vertoond, de tweede in de jaren ’90, maar zo ver ben ik nog lang niet; voor mij is de Tweede Wereldoorlog gelukkig net voorbij.
Nooit eerder had ik bij een reeks films zo sterk het gevoel er in te zitten, zoals je in een boek kunt zitten: de hele dag in je achterhoofd benieuwd naar hoe het verder zal gaan. Ik begrijp niet hoe ik het destijds allemaal heb kunnen missen. En ook niet, hoe het komt dat het zo mooi is. De afwezigheid van commentaar misschien, en de rust waarmee het verteld wordt – terwijl ook veel wordt overgeslagen natuurlijk, want het leven als geheel is niet te vangen. De indruk is die van eenvoud en direct waargenomen gebeurtenissen, wat denk ik juist veel finesse vraagt van een regisseur. Over alles heen hangt een soort tederheid: geen vertedering, laat staan neerbuigendheid. Regisseur Edgar Reitz is geen Bert Haanstra, goddank.