Recyclingbedrijf in Nederland, 2016 (foto Annemiek Overbeek)
‘In Prato eindigt de hele geschiedenis van Italië, van Europa: in Prato, in vodden’. Onder dat motto schreef Curzio Malaparte (1898-1957) een verhaal over de stad waar hij opgroeide – Prato dus – te midden van bergen vodden, lompen overal vandaan. Prato was het centrum van de textielrecycling, lang voordat hergebruik hip werd. Ook uit Nederland gingen oude kleren erheen, er liep een lijntje zó van het Waterlooplein naar Prato, waar ze beter dan wie ook wisten hoe nog zo veel mogelijk waarde uit afgedankte, kapotte broeken, jurken en dekens te peuren.
Malaparte beschrijft hoe hij en zijn vriendjes keken naar het opensnijden van grote balen, waarna de kleren er uit puilden; hoe het er rook, hoe zij er in speelden. Ze deden bizarre vondsten, een vrouwenhand met goud gelakte nagels, zelfs een klein ingedroogd mensenhoofdje in een baal uit Venezuela.
Niet toevallig zijn de Pratezen volgens hem een nuchter volkje: zij zien in een vlag gewoon een lap stof. Tegen hoge heren zien ze niet op, want ze weten wat hun fijne kleren waard zijn, en dat ze als vodden zullen eindigen.
Nu recycling hot is geworden, hebben ze het in Prato drukker dan ooit. Ik vond het een mooi verhaal en nam het op in mijn boek Tot op de draad. De vele levens van oude kleren, dat voorjaar 2017 verschijnt. Ik houd u op de hoogte.