Verborgen lichtschakelaar, Museum Bredius
Dat vrouwen – nu ja, dames – in de negentiende eeuw geacht werden geen benen te hebben, wist ik. Dat zelfs fauteuils wel eens een kuis rokje kregen om hun poten (pardon) te verbergen, wist ik ook. Maar dat in een ouderwets, deftig interieur de lichtschakelaars en stopcontacten verborgen worden achter een kuise flap – dat had ik nog nooit gezien. Begrijpelijk is het wel: zo’n prul van kunststof, uitloper van de functionele ingewanden van het huis, misstaat bij de fraai met zijde bespannen wanden van de kamer. (Rechts op de foto, naast een mooi Bosboompje, is een van die flappen te zien.)
Het was in Museum Bredius, een juweel van een museum waar het parket nog kraakt, en een mens zich meer gast voelt dan bezoeker. Te gast zijn ook veertien schilderijen van Oude Meesters uit Kyiv, die in die stad niet veilig waren, en die zich hier mooi voegen tussen de collectie van de oude Bredius. Het grappige is, dat deze kunstkenner ze zelf in 1897 in Kyiv heeft bekeken, op zoek naar Rembrandts (waarvan hij er meer vond dan er nu erkend worden).
Pas nu ik de heldere website van het museum beter bekijk, zie ik dat dit het oude Kostuummuseum was, Lange Vijverberg 14-15… hoe kon ik dat niet weten? Ik ben er nota bene geweest, als kind, voordat de kostuumcollectie naar het Gemeentemuseum werd verbannen. Enfin, die bleek daar na een tijdje zeer goed op haar plaats te zijn, en hetzelfde geldt voor de collectie-Bredius in dit huis, een oase van rust en cultuur in het door verbouwingen en nieuwbouw geteisterde Den Haag.
Soms komen de dingen toch goed in deze wereld.