Toen Agnes van den Brandeler in 2002 overleed, liet zij vele honderden werken na, en een huis vol documenten, brieven, foto’s en andere memorabilia. Alleen al de Droomdagboeken, waarin zij jarenlang dagelijks haar dromen opschreef èn tekende, vulden een kast. De stichting die haar nalatenschap beheert, vroeg Ileen Montijn en Alied Ottevanger om een boek te schrijven over haar – Ileen over het leven, Alied over de kunst. Het boek is een monument geworden voor een bevlogen kunstenares, geïllustreerd met foto’s en dagboekpagina’s, maar vooral met een ruime keus uit Agnes’ werken. Uit het biografische gedeelte rijst het beeld op van een vrouw die leefde voor haar kunst, maar tegelijk altijd een standsbewuste aristocrate bleef. Altijd onzeker, en altijd door heimwee geplaagd: heimwee naar haar kindertijd en naar een mythisch tijdperk – misschien de achttiende eeuw? – toen de wereld nog mooi was, en veilig.