Ileen
Montijn

 

Rijksgrabbelton

29 juli 2025

In het Rijksmuseum hangen twaalf doopjurken in een spectaculaire opstelling, dramatisch belicht, met een grote, zwarte spiegel er onder. Helaas, wie hier méér over wil weten komt bedrogen uit. Er is geen uitleg, die jurken hangen daar, metershoog, niet omwille van zichzelf, maar als decor, als opluistering. Van wat? Van de ideeën van de kunstenares Fiona Tan, die carte blanche kreeg van het Rijksmuseum (cartes blanches zijn geliefd bij instellingen die zich met een hippe naam willen associëren).
     De collectie van het museum werd een grote grabbelton, waarmee Tan onder de noemer Monomania haar fascinatie voor geestesziekte mocht uitleven. Naast enkele voor de hand liggende bruiklenen zoals het ontroerende portret van de ‘kleptomaan’ door Théodore Géricault, zien we van álles: oude studies in expressie voor kunstenaars, vijftien etsen van Francisco Goya, Rorschachtests, oude kindersokken, prenten van vlinders, merklappen, een zwart theeservies, een fauteuil, videoportretten van zakkenrollers anno 1889, en iets waarbij ik echt in de lach schoot: ‘cyanotypen’ (soort blauwdrukken) van kant – want kant, zo wordt hier toegelicht, was altijd erg duur en werd dus vaak gepikt. O ja, en die maskers, Javaanse en Japanse, maar welke welke zijn staat er niet bij – dat is voor la Tan irrelevant.
     Wie wil weten hoe het allemaal bedoeld is, moet de Engelstalige museumpublicatie lezen waarin Tan haar research as artistic practice etaleert; maar nog blijven de objecten slechts illustraties van wat zij allemaal heeft bedacht. Zij is ongetwijfeld geholpen door de conservatoren van het Rijks, serieuze kunsthistorici (hun namen blijven ongenoemd) die het vast fijn vonden dat ‘hun’ objecten eens het daglicht zien. Maar hopelijk hebben die toch ook gemengde gevoelens bij een expositie die niet over dingen gaat, maar over praatjes.