Henri Pieck, illustratie voor Kwikzilver (1926)
Nu de meeste vrouwen alle kansen krijgen (zo schreef ik twee jaar geleden op deze plaats) blijkt dat ze van zichzelf helemaal niet zo nodig minister hoeven te worden, of lid van de Raad van Bestuur – ja, ze zijn daar gek, ik zou het ook niet willen. Anderzijds willen de meeste mannen dat ook niet; dat wordt wel eens vergeten. Alleen zeer ouderwetse types als Heleen Mees denken dat alle mannen – althans, alle mannen die een knip voor hun neus waard zijn – altijd de top willen bereiken, en dat vrouwen te ‘verwend’ zijn om aan die natuurlijke neiging gehoor te geven.
Twee jaar geleden haalde de genoemde ‘powerfeministe’ alle media met haar verhaal over de schandalig slappe houding van haar Nederlandse seksegenoten. Nu zegt Elma Drayer ongeveer hetzelfde, met het verschil dat zij het niet over topposities heeft, maar over economische zelfstandigheid. Dat geeft haar betoog iets calvinistisch: werken zul je, niet zeuren. Met dat laatste ben ik het roerend eens: zeuren is verkeerd. Maar om je in deze stinkend rijke samenleving kwaad te maken dat er mensen zijn die de voorkeur geven aan een klein baantje, iets waarmee ze toch eigenlijk niemand tekort doen – lijkt dat niet een beetje op zeuren?