Bourdaloue, Minton, 19de eeuw
Vrouwen klagen wel eens over een nadeel dat onze sekse toch maar heeft: we kunnen niet staande plassen. Wat een onzin! Natuurlijk kunnen we dat. Het enige dat nodig is, is een pot. Een jampot (bijvoorbeeld voor de dokter) is een beetje link, maar een iets groter model, van pakweg 12 cm doorsnee, voldoet met enige oefening uitstekend.
Het is dan ook geen wonder dat 17de-eeuwse pispotten klein zijn, veel kleiner dan de po van het formaat aardappelpan, waar onze (over)grootmoeders zich bij nachtelijke nood moeizaam op lieten zakken.
Vorige week ontdekte ik dat in de 18de en 19de eeuw een speciale dames-pispot werd gebruikt, een ergonomisch gevormd voorwerp, bourdaloue genaamd. (Volgens de overlevering heet het naar een beroemde prediker die zo lang van stof was, dat dames zo’n pot meenamen naar de kerk.) Tegenwoordig wordt de bourdaloue in antiekwinkels wel eens versleten voor een royale sauskom.
Waarom raakte hij rond 1900 in vergetelheid – zou het zijn omdat een wijdbeens gebruikte pispot aanstootgevend werd gevonden? Het zou niet voor het eerst zijn, dat preutsheid het leven voor vrouwen een stuk lastiger maakte.