Albert-Ernest Carrier-Belleuse, Vestale voilée (1860). Coll. Musée de Laon.
Het is eigenlijk niets anders dan een vitrine voor je blote lijf, bedacht ik toen ik ’s nachts lag te malen over de naked dress van die arme Bianca Censori. Haar gezicht, zelfs haar hele houding leek verstard van de zenuwen op de foto’s van de Grammy-uitreiking (2/2/2025) die – veelal gecensureerd – de wereld rond gingen (je vindt ze makkelijk via Google). Hoe zou ze op dat feest hebben bewogen, gezeten, rondgelopen? Zou die getatoeëerde botterik met zijn zonnebril steeds in haar buurt zijn gebleven?
Nee, half of geheel doorschijnende kleren zijn inderdaad niets nieuws, zoals Sarah Ouwerkerk in de NRC [kijk hier] twee dagen later uitvoerig uiteenzette. Het is al heel lang bekend dat een gezicht, of een arm, onder een subtiele versluiering altijd mooier lijkt. En natuurlijk kan een sluier pikant zijn, zoals beeldhouwers in de 19de eeuw heel goed wisten, als zij hun virtuositeit etaleerden met gesluierde vrouwenfiguren. Sommige werden toen misschien wel even schokkend gevonden als Bianca Censori in haar naked dress nu – maar de vergelijking gaat mank, want bij die laatste is van effect of subtiliteit geen sprake meer: zij is gewoon bloot.
Als je je zo vertoont kan het doorgaan voor een dappere eigen keuze, of een blijk van totale onderdrukking door de kerel naast je. Het is een paradox die verbluffend vaak voorkomt in de levens van vrouwen. Maar in dit geval lijkt het antwoord me niet moeilijk.