Ileen
Montijn

 

De lelijkheid van de bikini

22 augustus 2016

L: Ava Gardner, R: de allereerste bikini, 5 juli 1946

L: Ava Gardner, R: de allereerste bikini, 5 juli 1946

Op dit moment, terwijl het boerkini-verbod in alle kranten wordt besproken, hangt Parijs vol met een poster voor een tentoonstelling over de bikini. Die bestaat dit jaar 70 jaar. Niet het tweedelige badpak; dat is al van vóór WOII. Maar de itsy bitsy teenie weenie enzovoort werd op 5 juli 1946 feestelijk ten doop gehouden bij een Parijs zwembad.
De uitvinder, tricotfabrikant Louis Réard, noemde het kledingstukje naar het atol in de Stille Zuidzee waar de VS in die dagen proeven deden met atoombommen. Dit minikledingstukje zou inslaan als een bom, dacht Réard. De bikini was zo klein dat Réards mannequins hem niet wilden showen: hij moest een stripteasedanseres inhuren.

Op de tentoonstelling (7 rue Froissard, 75003 Parijs) zijn een 20-tal echte bikini’s uit de jaren zestig te zien, maar vooral heel veel foto’s, alle afkomstig uit een boek dat ter plaatse te koop is. En onbedoeld wordt duidelijk dat zelfs de mooiste vrouw niet mooier wordt in bikini. Op iedere foto, zelfs die prachtige op het affiche (het is Ava Gardner, die nog niet eens een echte bikini draagt maar een vooroorlogs exemplaar dat de navel nog bedekt) zit de draagster er onnatuurlijk bij. Ze moet haar buik inhouden, zich strekken… bloot poseren is veel makkelijker.

Het is een onmogelijk, belachelijk kledingstuk, de bikini. Het schijnt dat 70% van de vrouwen er een bezit. Nee, we hebben nog een lange weg te gaan.