Beha, beige tule, merk: Grisina (Parijs), c. 1926-1932
Zo ijl en teer dat het bijna niet bestaat is het behaatje van omstreeks 1929 van de Belgische Germaine Urtebise (1903-1997), dat nu in het Rijksmuseum in een vitrine ligt. Germaine was, naar oude foto’s te oordelen, niet opvallend mooi, maar zeer elegant en had een prachtig figuur – a great clothes-horse, zoals de Engelsen zeggen.
Ze was geboren op een boerderij in Henegouwen. Maar toen zij in 1932 trouwde met een rijke Amsterdammer, had zij al een heel leven in de mode achter zich. Als eerste verkoopster bij een vooraanstaand Brussels couturehuis, Maison Borgeaud, adviseerde zij zelfs het hof. Ook in Amsterdam bleef zij zich met de grootste chic kleden; het kan niet anders of haar man, A.D. Brusse – die in tabak deed – had daar ook veel plezier in. Het echtpaar kreeg geen kinderen.
In 1986 schonk mevrouw Brusse haar garderobe aan het Rijksmuseum. Ze wist duidelijk heel goed hoe bijzonder haar kledingstukken waren, van dat ragfijne behaatje, dat getuigt van de flapper-mode uit die tijd, tot hoedjes, jassen, pyjama’s, schoenen enzovoort. Beeldschone kanten onderbroeken en -jurken, zelfs een zijden jarretellegordel, zorgvuldig onderhouden en bewaard: zoveel pure liefde voor kleren, niet uit dikdoenerij maar voor het mooie, zie je niet vaak.