Ileen
Montijn

 

Late bekering

7 februari 2021

Sinds we verhuisd zijn loop ik in huis voor het eerst altijd op slofjes, en soms op pantoffels. Enerzijds omdat ik buiten alleen nog maar stevige loopschoenen draag, die binnenshuis een beetje groot en zwaar zijn, en anderzijds om geen straatvuil te verspreiden. En trouwens, ook uit consideratie voor de benedenbuurvrouw.

I’ve come a long way, baby.

Want pantoffels, sloffen – nee, daar deden we niet aan, bij ons vroeger thuis. En net als bij zoveel dingen die andere mensen deden en wij niet, was de afkeuring daarbij ingebakken: zoals het bij ons ging, zo hoorde het. Die dingen droeg je alleen tussen je slaapkamer en de badkamer. Je schoenen uittrekken bij de voordeur, stel je voor. Dan kon je ook wel in je onderhemd aan de keukentafel gaan zitten eten, zoals een proletariër in de film. Of overdag in kamerjas lopen, met krulspelden in je haar. Kortom, sloffen waren niet chic. Ze waren slonzig, armoedig, of burgerlijk benepen. Kennelijk moest je leven alsof je in een kasteel woonde, altijd netjes gekleed en met voldoende personeel om steeds maar de vloeren te vegen.

Een ding moet gezegd worden: pantoffels zíjn lelijk. Ze zijn altijd vormeloos en lomp. De laatste jaren zie je zo nu en dan pogingen om ze hip te maken, met merknamen, echte design (meestal grijs met een gele zool) en een bijpassende prijs; je ziet zelfs de aanprijzing ‘vegan’. Zou het lukken om… o nee, pantoffels hoeven helemaal niet salonfähig te worden gemaakt. Bijna iedereen draagt ze gewoon. En ik nu dus ook. Nou ja, slofjes. Maar dat is net zo erg.