Mr. Gibson, een sullige dominee, maakt per ongeluk twéé jonge vrouwen het hof: de zusjes Camilla en Arabella, de eerste niet meer piep, de tweede zo mogelijk nóg gretiger om zijn vrouw te worden. Arabella heeft een tête-à-tête weten te regelen, en nu zitten ze daar samen in de salon, zij hoopt op Gibsons aanzoek – maar hij kan niet. Hij kan zijn ogen niet afhouden van… haar chignon, de toet van vals haar op haar achterhoofd. Hij vindt die modieuze haardracht afschuwelijk, en terwijl hij kijkt wordt het ding steeds groter, vormelozer, monsterlijk, absurd.
Het is een scène uit Anthony Trollopes prachtige roman He knew he was right uit 1869. En de chignon was in die jaren inderdaad hoogst modieus, zoals een snelle blik op de kranten uit die tijd ons leert. Op Delpher springt het aantal vermeldingen na 1860 spectaculair omhoog. Als je de Parijse correspondent van het Algemeen Handelsblad (12/3/1866) mag geloven, dragen zelfs wasmeisjes chignons, en twee weken later laat hij vallen dat de crinoline nog stevig op de mode-troon zit, al regeert zij niet zó oppermachtig als de despotische chignon, ‘beheerster van alle dameshoofden’.
Bij Trollope durft Gibson er zelfs commentaar op te geven, in plaats van zijn aanzoek te doen: hij vond haar oude kapsel mooier, zegt hij. Arabella offert zich op en legt een paar weken de chignon af – tot de onverlaat zich ineens met haar zusje verlooft.