In een oud zwart lakdoosje bewaarde mijn moeder haar stopwol, zo lang als ik me kan heugen. Nu is dat doosje bij mij. Het bevat een veertigtal kartonnetjes met garen, waartussen ik zelf ook al vaak naar de juiste kleur heb gezocht om een trui of sok te repareren.
Maar vandaag bekeek ik de inhoud voor het eerst goed, en zag ik wat een leuke collectie het is. Helemaal niet alleen maar stopwol, nee, er is katoen bij en nylon en polyamide, en menig kaartje is zeker tachtig jaar oud. Ik denk dat mijn moeder ze van háár moeder had geërfd. Drie tinten roze – gemerceriseerd splitgaren, stopzijde en Mending cotton – for darning all kinds of hosiery etc.: dat was om de ‘vleeskleurige kousen’ te repareren die vrouwen droegen vóór de nylons opgang maakten! Veel tinten grijs ook: sokken waren vaak grijs.
Merceriseren, maasgaren, split-(of splijt-)garen, het zijn geheimzinnige termen, die je tegenwoordig trouwens makkelijk kunt opzoeken. Al vertelt het internet je dan weer niet waarom je voor het stoppen juist splitgaren zou willen gebruiken – misschien gewoon omdat je één, twee of meer draadjes kon gebruiken?
Ik krijg zin om te leren mazen; dat kan weer wel heel goed op internet, kijk maar. Hebben we nog ergens een trui met een gat?