Ileen
Montijn

 

Strik, c. 1495

20 december 2024

Jacobus de Mindere, detail van het schilderij De heilige maagschap, Geertgen tot Sint Jans (of atelier van -) c. 1495, na restauratie. Rijksmuseum, Amsterdam.

Jacobus de Mindere, detail van het schilderij De heilige maagschap, Geertgen tot Sint Jans (of atelier van -) c. 1495, na restauratie. Rijksmuseum, Amsterdam.

Ik las het mooie Kunstschrift over Geertgen tot Sint Jans, laat-middeleeuws schilder. Het ging over de restauratie van het aan hem toegeschreven Heilig maagschap, een werk dat als een ruïne is overgeleverd, maar dankzij adembenemend restauratiewerk toch in volle glorie is te zien in het Rijksmuseum. De restauratrice, Gwen Tauber, vertelt dat zij op de verveloze rug van één van de heiligen op het schilderij een strik met twee lussen had ingevuld. Toen zij de kostuumconservator raadpleegde, zei die dat in de late middeleeuwen een strik uit slechts één lus bestond.
Een strik met één lus… ineens drong tot me door dat ook de strik een geschiedenis moet hebben. Natuurlijk, alles verandert, alles is historisch – waarom zou de strik een uitzondering zijn?

Werktuiglijk ging ik op onderzoek uit. Terloops stelde ik vast dat het Nederlands uniek is doordat het een specifiek woord voor ‘strik’ heeft – een Engelse bow, een Franse noeud, een Duitse Schleife hebben alledrie veel meer betekenissen.
Maar goed, de geschiedenis. Misschien heb ik nog niet goed gezocht, maar ik vond niets. Het beroemde Ashley Book of Knots, een standaardwerk uit 1944, vermeldt natúúrlijk ook de strik (‘ABOK #2411’, zeggen kenners dan): ‘The ordinary bowknot of the shops, as used by dressmakers, florists, confectioners, hatters etc…’ – maar niet wanneer die is uitgevonden. En er is een veelbelovend Duits Wikipedia-artikel ‘Schleife (Knoten)’, met zelfs een tussenkop ‘Geschichte’. Dat begint aldus: ‘Schleifen waren besonders im 17., 18. und 19. Jahrhundert ein wichtiger Bestandteil der Mode, vor allem in der Damenmode, wo sie im Haar, am Dekolleté oder am Mieder ein wichtiger Blickfang sein konnte.’ Ja, haal je de koekoek, dat gaat over velerlei strikken, veters, dasjes, sjerpen, de strik-in’t-haar van kleine meisjes in de 20ste eeuw, maar niet over de middeleeuwen, over historische of geografische strikvarianten.
Nee, het laatste woord over de strik is nog lang niet gezegd. Maar we speuren door. Misschien moet ik de kostuumconservator van het Rijksmuseum raadplegen.