Aan textiel hangen verhalen: dat is een cliché geworden, zo blijkt op de tentoonstelling Unravel. The Power and Politics of Textiles in Art in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Naast en rond de textiele werken, en soms op die werken zelf, gaan de teksten almaar door over de oma’s, de trauma’s, de voorouders, het onrecht en de uitsluiting in de geschiedenis. Een stroom van woorden die vast wel diep gemeend zijn, maar als je voor de kunst komt word je er wel een beetje moe van.
Tegelijk is het een mooie, kleurrijke tentoonstelling, daar in die gigantische kelderruimte van het Stedelijk. Bijna gretig kan de lappenliefhebster zich laten meevoeren van het één naar het ander. De met indigo gekleurde doeken die bij elkaar in een hoek hangen zouden ook mooi zijn als ze niet een ‘afrofuturistisch verhaal over migratie’ vertelden. Dat die grote, dichtgeknoopte ballen van felgekleurd satijn ‘gebruikte Koreaanse lakens en kleding’ bevatten, hoef je niet te weten om ze leuk te vinden. Een schoollokaaltje met poppetjes van textiel uit Chili, een prachtig wandkleed van Malgorzata Mirga-Tas, twee kleden die helemaal uit kraaltjes bestaan, wolken van goudkleurig draad die in een zaaltje door de ruimte zweven, het is allemaal bijzonder en – ik durf het haast niet te zeggen – decoratief. Lucette ter Borg schreef in de NRC dat het jammer is dat er niet één Nederlandse kunstenaar is toegevoegd aan de tentoonstelling (die samen met de Londense Barbican Gallery is gemaakt), en dat is is zo. Maar het blijft een heerlijke verzameling lappen, draden, spinsels, knoopsels, naaisels en weefsels.